KAVVV Quiz
Competitiereglement - dinsdag 20 februari 2024

Competitiereglement

  1. KAVVV&FEDES quiz bestaat uit 2 reeksen, een maandag- en een dinsdagreeks met 2 licht afwijkende formules. 
    • Op maandag wordt gespeeld naar 100 vragen voor 1 punt per vraag en krijgt elke ploeg 2 antwoordmogelijkheden per vraag, behalve wanneer de quizmaster dit voor een specifieke vraag beperkt tot maximaal 1 antwoord.
    • Op dinsdag wordt gespeeld naar 100 vragen, voor 2 punten per vraag.  Dat laatste laat de quizmaster toe om maximaal 2 vragen per vragenronde op te splitsen in "dubbele vragen" waar dan elk antwoordonderdeel goed is voor 1 punt. Ook hier krijgt elke ploeg 2 antwoordmogelijkheden per vraag, behalve op ontdubbelde vragen waar maximaal 1 antwoord mag worden gegeven per deelvraag. 
    • Wie op maandag in een ploeg meequizt, kan ook perfect op dinsdag bij een andere ploeg aantreden.  Binnen elke competitie  (hetzij maandag, hetzij dinsdag) kan je echter niet voor meer dan één ploeg per jaar aantreden.
  2. Aanvangsuur
    De quizavonden starten om 20 u stipt.  Er wordt gestreeft naar een einduur van 22u30 tot 22u45 met daarin een korte drankpauze.
  3. Formule
    Quizzen bestaan uit 10 rondes van 10 vragen.  De vragen worden schriftelijk beantwoord per 10 vragen per ronde, waarna na het antwoordformulier wordt afgeven en  de quizmaster de gezochte antwoorden geeft, met (indien reeds beschikbaar) de score en tussenstand na de vorige ronde.
  4. Bedenktijd
    Tussen de vragen respecteert de quizmaster een schrijftijd van ± 25 seconden voor de volgende vraag aan te vatten.  De antwoordbriefjes dienen na 30 sec. bedenktijd na de laatste vraag onmiddellijk aan de ophalers te worden af­gegeven.
  5. Toegelaten vragen/verplichte rubrieken
    • Per reeks van 20 vragen (combinatie ronde 1&2 ronder 3&4 ronde 5&6 ronde 7&8 ronde 9&10) dienen volgende 14 on­derwerpen verplicht aan bod te komen : Geschiedenis voor 1950, Muziek, Film, Gods-Myth-Filosofie, Natuurwetenschappen, Nederlandse taal, Antwerpen, Geschiedenis na 1950, Sport, Kunst, Aardrijkskunde, Uitvindingen en techniek, Literatuur.  Voor de specifieke verdelen en richtlijnen naar aanvullende varia-vragen verwijzen naar de specifieke pagina "Formule"
    • Over de keuze van de onderwerpen voor de overige vragen mag de kwismaster vrij beschik­ken met dien verstande dat in één en dezelfde reeks een bepaald onderwerp slechts tweemaal maximum mag behandeld worden.
  6. Niet toegelaten vragen:
    • Vragen met een meerledig antwoord (met uitzondering van het beperkt aantal ontdubbelde vragen per ronde op dinsdag)
    • multiple choice vragen (gezien de dubbele antwoordkans op maandag).
    • Volledige afkortingen zijn niet toegelaten; één letter uit een afkorting mag echter wel gevraagd worden. 
    • Jaartallen mogen niet gevraagd worden en op cijfers in het alge­meen mag geen speling toegestaan worden.
  7. Puntentelling
    • Algemeen
      Geeft een ploeg meer dan het toegelaten aantal antwoorden op een vraag, dan worden de extra antwoorden als onbestaande beschouwd en gelden enkel de eerste twee antwoorden (bij normale vraag) of het eerste antwoord (bij een vraag met antwoordbeperking)
    • Op maandag :
      Een juist antwoord geeft recht op een punt.  Scoort een ploeg als enige het juiste antwoord, dan wordt zij voor een dergelijke "zaalsolo" beloond met een extra bonuspunt.  Voor de einduitslag wint de ploeg met de meeste punten.  Bij gelijkheid van punten telt het minste aantal "zaalsolo's", zodat de ploeg met het meest aantal correcte antwoorden dan toch nog hoger eindigt.
    • Op dinsdag :
      Een juist antwoord geeft recht op twee punten.  Scoort een ploeg als enige het juiste antwoord, dan ontvangt zij voor dergelijke zaalsolo 1 bonuspunt.  2 wordt dus 3.  Op ontdubbelde vragen (type : voor A vragen we ... en voor B vragen we ...) wordt voor elk onderdeel 1 punt toegekend.  Een zaalsolo op een onderdeel van een ontdubbelde vraag levert dan 2 punten op. 
  8. Opmaak klassement 
    Voor het eindklassement van de avond krijgt de ploeg met het meeste juiste antwoorden zoveel klassementspunten als er ploegen zijn in de reeks min 1; zo afdalend dat de laatste ploeg nog een punt krijgt.  Bij een forfait van een ploeg op een avond krijgt deze ploeg uiteraard geen punten; voor de andere ploegen worden de klas­sementspunten toegekend alsof de afwezige ploeg er wel zou geweerst zijn.
  9. Administratie
    • Bij aanvang van het seizoen ontvangen alle ploegen voldoende aantal antwoordbladen voor het ganse seizoen (incl een aantal reserve-exemplaren).  Elke ploeg brengt zelf de eigen antwoordblaadjes mee (ook te downloaden via deze site).
    • Puntentelling op de avond zelf wordt opgemaakt via de Excel-spreadsheet waar automatisch ook de solo's uit gedetecteerd worden.  De organiserende ploeg voert hierin ook de correcte antwoorden in zodat onmiddellijk na de quiz per antwoord ook kan afgelezen worden hoeveel ploegen welke vraag correct hebben geantwoord, hoeveel zaalsolo's, hoeveel quizmastersolo's er waren en wat de gemiddelde scores over de ganse quiz was.  Er moet op de avond zelf dus geen puntentelling te gebeuren bij de jury.  Die wordt opgemaakt via en door de Excel-spreadsheet.
    • Elke ploeg die de volgende quiz organiseert ontvangt uiterlijk een week voor hun quiz een blanco excel waarin zij de juiste antwoorden reeds kunnen verwerken zodat op de avond zelf alleen maar de "juist" of "fout" moet worden aangeduid.
    • Van zodra de uitslag bij de voorzitter bekend is, kan de stand en de analyse van de quiz dan ook per mail aan de clubvoorzitters verdeeld worden.
    • Ploegen die niet over een eigen PC beschikken kunnen beroep doen op de voorzitter die die avond de PC en admin voor zijn rekening neemt.

 

  1. Maak het visueel
    • Illustraties bij de vragen maken een quiz aangenamer.  Zo speel je ook in op het visuele geheugen, en niet enkel op het cognitieve of het auditieve geheugen van een quizzer.  De quizmaster zorgt zelf voor voldoende exemplaren (minstens 1 per ploeg)
    • Indien een quizploeg hierop voorzien is, kan en mag zij natuurlijk ook werken met audio-visuele hulpmiddelen (projectie op groot scherm)