Ketting 30 - 10/10/2020

Op uitzicht bij de ingang

Deze week op 1, de op 1 na hoogste duin (1) van onze kust. Op zijn top prijkt sinds 1902 een wit paviljoentje met een ondertussen rode hoed (zie foto) maar zonder witte stippen. Die paddenstoel werd er ooit gebouwd als uitkijkpunt voor de Belgische douane om er smokkelaars op zee te spotten. Zijn huidige naam verwijst niet alleen etymologisch, maar ook historisch naar een uitkijkpunt (2) op een heel ander continent. De man die aan zijn voet optrad als gewondendrager (3) kreeg daar later in eigen land van de onderkoning een medaille voor.

• Heel anders verging het de man (4) die hij bij een bezoek in 1931 wel op een kleine zelfstandige vond lijken. De patroonheilige (5) van deze beroepscategorie zou volgend jaar op 26 september wel eens de laatste scherprechter kunnen worden voor de regenboog (dixit de man die zich ooit specialiseerde in insecten en het gesneden product van die andere kleine zelfstandige). Bij onroerend erfgoed lees je dat deze straat (6) in de 14^e eeuw nog een naam droeg die u terugvoert naar onze koekenstad.

• Op zowat ¾ van die Antwerpse naamgenoot (7) vind je even voorbij Maria en Helena een ondertussen ietwat vergeten componist (8). Het muzikale beroep (9) in de titel van diens patriottisch werk uit 1852 ontstond pas in 1510 in nog een andere Vlaamse stad (10).

• Lees vooral de volkse legende rond het op eerste zicht opmerkelijk object (11) bovenaan hun wapenschild. De man (12) waakt nu nog steeds fier uit over zijn stad. Een interessant weetje : het bouwwerk (13) onder zijn voeten werd bijna 4 eeuwen later zowat 300 km verderop (14) bijna perfect nagebouwd.

Onze vraag :

Wie was daar aan de ingang bij de generaal, voor korte duur, de enige Belgische buur ?